Ik ben Alexandra en dit is mijn held

19 jaar is ze. Ze vertelt haar verhaal in gebroken Nederlands onder vele, vele  tranen.

Mijn familie, dat is mijn moeder, mijn zus en haar twee kinderen. Mijn held is mijn baby Samuel Umana Alejandro. Toen ik het nieuws kreeg dat ik zwanger was, was ik blij. Mijn vriend eerst ook, maar nadien bedacht hij zich. Hij vond zich te jong. Ik was verdrietig, maar mijn moeder zei: “God, jij en ik zullen voor deze baby zorgen. Ik heb ook altijd voor ons drieën kunnen zorgen. “

De eerste testen waren goed, tot drie weken voor de bevalling. Toen zei de dokter dat er problemen waren en dat het een keizersnede zou worden.  In het ziekenhuis vertelden ze me dat het niet nodig zou zijn. Toen liep het mis.  Na zeven maanden en drie weken zwangerschap is de baby gestorven. Dat is nu één jaar en vijf maanden geleden.

In El Salvador heb je particuliere ziekenhuizen voor rijken. Voor de rest zijn er lange wachttijden en worden operaties uitgesteld, soms jaren. Ik bleef drie dagen in het ziekenhuis. Zonder eten. Iedereen zei altijd maar: “U bent diegene waarvan de baby is gestorven.”

“Mag ik hem eens vasthouden?” vroeg ik. “Nee, dat is niet mogelijk mevrouw, uw baby moet hier blijven. We hebben hem nodig voor onderzoek.” Toen werd mijn moeder boos. “Zou u dit toelaten?” vroeg ze aan de dokter. Het lichaam werd tenslotte in een doos gelegd en begraven. “Kijk eens hoeveel mensen er van de baby hielden”, zei mijn moeder troostend. Er kwamen veel mensen langs.  

Maar ik hield niet meer van mijn leven. Ik sloot alle deuren. Mijn zus riep me: “Alexandra.” Mijn zus heeft twee kinderen, Alex (2 jaar) en de jongste heeft ze ook Alejandro (5 maanden) genoemd. Ik heb nog heel lang kleedjes voor mijn baby gekocht. “Nu moet je de kleren weggeven.”, zei mijn moeder en dat heb ik toen gedaan. Nu ga ik naar een psycholoog.

De president van mijn land zegt ondertussen dat er niemand gestorven is tijdens de epidemie in El Salvador, dat alles in orde is, maar het is niet waar. De markten werden gesloten en de mensen waren werkloos. De politie was agressief. Als je rijk bent, kan je goed leven in mijn land. Je betaalt de politie, dan kijken ze niet naar jou. 

Ik ben sinds één jaar en drie maanden in België.  Mijn zus zal hier in oktober twee jaar wonen.  In Antwerpen.  Mijn mama is ook eerst naar België gekomen, maar het was te moeilijk voor haar hier: door corona was het asielcentrum dicht en was er veel stress. Ze is nu terug in El Salvador. 

Ik werk in Diksmuide als poetshulp. De assistente Vanessa helpt me om beter werk te vinden. Ik heb werk nodig omdat mijn mama ziek is en het ziekenhuis zo duur is. “Dat is jouw probleem niet”, zeggen ze hier. “Jouw moeder moet voor zichzelf zorgen, jij moet aan jezelf denken.”

Dat kan ik niet. Sinds mijn moeder weg is, leef ik met vier personen op een kamer en vinden anderen dat ik moet poetsen en koken voor oudere personen die hier verblijven. Wat denken ze wel? 

Mijn baby heeft geen pijn en geen honger meer. Al mijn liefde gaat naar mijn baby Alejandro. Ik denk elke dag aan hem.

Gloria Alexandra Escobar uit El Salvador

Lees alle verhalen van de expo "Dit ben ik en dit is mijn held."